Al enige tijd kunnen we genieten van allerhande voorjaarsbloeiers. Menig Nederlander wordt warm van bloeiende krokussen, narcissen en sneeuwklokjes in de tuin. Het ziet er natuurlijk ook ontzettend fleurig uit, maar het is niet waar ik in het vroege voorjaar warm van word. Lopend over Landgoed Larenstein geniet ik van het buitengewoon warme weer, van de bloeiende bosanemonen en van de gewone padden in de grote vijver. Het voorjaar is compleet met de fanatiek zingende tjiftjaffen.
Het is pas echt compleet wanneer ik in een grasland bloeiende gewone veldbies (Luzula campestris) zie. Tussen de lage grassen bloeien tientallen exemplaren. De beharing op de bladschijf geeft dit vroegst bloeiende schijngras een stoer uiterlijk. Het is een uitgesproken graslandplant van de voedselarmere gronden. Behalve op zandgrond kun je de gewone veldbies tegenkomen op leem, löss en veen. Hier is de soort vaak een indicator van verschraling en/of verdroging.
Tussen hoge grassen krijgt de plant geen kans. In onbemeste gazons kan de soort talrijk voorkomen. In een bemeste omgeving wijst gewone veldbies op de agrarisch minst productieve en voor het natuurbeheer meest kansrijke locaties. Het is spijtig dat deze leuke soort zo vaak voorbijgelopen wordt alsof deze niet bestaat, en dat alle aandacht uitgaat naar meer opvallende soorten. Dus ga eens op je knieën zitten in een schraalgrasland en geniet van dit mooie schijngras!
Tekst en foto: Tamar Braaksma
Bron en tekening: Nederlandse oecologiche flora: wilde planten en hun relaties 5, E.J. Weeda et al., 1994.
Bron en tekening: Nederlandse oecologiche flora: wilde planten en hun relaties 5, E.J. Weeda et al., 1994.