Beste allen,
Na het inspirerende college van Louise Vet is hierbij voor degenen die het waarderen een samenvatting de lezen van de inhoud van het college:
Deltaplan biodiversiteitsherstel
Duurzaamheid, wat betekent duurzaamheid. De eerste vraag die Louise Vet, voorzitter van het deltaplan biodiversiteitsherstel en NIOO-KNAW vraagt. Na inspraak van de zaal wordt er duidelijk dat het preciezer gaat over de integrale betekenis van duurzaamheid. De huidige omstandigheden en gebeurtenissen helpen een beeld te vormen bij het belang van duurzaamheid, actualiteiten als biodiversiteitsverlies, klimaatverandering en de nodige natuurrampen (lange droogte periodes, stormen, veel neerslag in een korte periode) vinden hierin ook hun wortels. Er wordt gesproken over de zesde uitstervingsgolf, een moeilijk voor te stellen en prangende gedachte die wellicht niet al te ver van de werkelijke toekomst ligt. Problemen als de plastic overschotten spelen hier , plastic op de diepste bodems van de zee
De belangrijkste drijfveren voor uitsterven zijn landbouw, houtwinning en stedelijke ontwikkeling die ook bijdragen aan het verlies van habitat (naast de klimatologische impact die deze factoren individueel hebben).
Als voorbeeld nemen we het Atlantisch woud, een bioom wat deels wordt gekenmerkt door zijn ligging/connectie met de Atlantische oceaan. Het Atlantisch woud strekt zich over een groot deel van de Zuid-Amerikaanse kust (in de landen Brazilië en Argentinië). Deze bedekt op het moment 7% van het oorspronkelijk areaal. Dit bioom bezit 1 van de rijkste ecosystemen in de wereld. Er is hier sprake van serieus verlies van biodiversiteit op alle niveaus.
In Nederland hebben wij te maken met andere vormen van klimaatverandering en landgebruik. Voornamelijk ook in de organisch-chemische kringloop er is sprake van een fosfaat probleem. Een depletie van de grondstof en een overschot van fosfaat aan de andere kant wat leid tot ongewilde eutrofiëring.
Er wordt geroepen dat wij onze kern moeten veranderen, in plaats van het antropisch beeld dat de natuur ons gehoorzaamd dat onze druk moet liggen op biodiversiteit, dat die varietie aan de basis staat van het ecosysteem waar wij grondstoffen, producten en diensten aan ontlenen en ontrekken. Verscheidenheid binnen een ecosysteem is een gevaarspreiding. Complexe veerkrachtige systemen zijn macro stabiel en micro variabel. Als deze uitgekleed wordt verlies je de stabiliteit. Als het ware de vele pilaren die de macro stabiliteit onderhouden vallen weg en komt er teveel druk te staan op de overgebleven pilaren.
Naast de problemen met fosfaat is er ook sprake van een stikstof probleem, voor deze organisch chemische problemen is de benadering van een systeem belangrijk. Het begint bij de basis, de standplaatseigenschappen (waar de bodem en haar kwaliteiten een grote rol speelt). De vegetatie is afhankelijk daarvan. Meer dan 75% van de vliegende insecten zijn verdwenen. Rond de 56% van de Nederlandse bijensoorten zijn rode lijst soorten.
Ecologen, economen van familie bedrijf natuur. Leren hoe natuur het eigenlijk doet, deze is afhankelijk van veerkracht. Ze kijken naar ruimtelijke interactie, bovengronds en ondergronds. Als er meer druk ligt op een goed werkend ecosysteem wat diensten en producten levert bevind zich in een positieve spiraal. Er komen meer natuurlijke vijanden van plaagdieren, er is minder last van plagen en er zijn minder pesticiden nodig. Positieve agrodiversiteit creëert deze dynamiek. Het bodemleven wordt hierdoor ook rijker, wat ook weer zijn positieve effect heeft. Bodemleven verbetert de bodemstructuur, koolstofopslag, nutriënten en waterretentie. Voorkomt ziektes en plagen. Zorgt voor de afbraak van verontreinigende stoffen.
Dit baart de vraag: zorgen wij goed voor onze bodem? In Nederland is de zorg redelijk goed, alhoewel gebieden in Nederland minder organische stof in zich hebben. Er valt dus te stellen dat de bodem uitgeput en arm is qua bodemleven. Brengt deze manier van landbouw dan meer op? Simpel en ongenuanceerd, nee, conventionele landbouw is minder opbrengend dan organische landbouw.
Wereldwijd is het areaal gedegradeerd landschap de omvang van China keer 2. Maar er is hoop, met grote stichtingen als Commonland foundation, die zich inzetten in landschaps- en ecosysteem herstel. Het is van belang dat er een kringloop visie komt, waarbij er meer waarde wordt toegekend aan bodem en biodiversiteit waardoor deze systemen stabiel kunnen functioneren en bruikbaar kunnen blijven op een duurzame manier.
Het deltaplan biodiversiteitsherstel heeft een paar uitgangspunten, florerende delta`s voor mens en natuur, biodiversiteitsherstel ombuigen naar herstel, verbinden en sturen op succes en deze successen monitoren en meten.
Het omvormen en ombuigen naar herstel is van groot belang, Nederland is dichtbevolkt en ongeveer 90% van het landoppervlak is besteed aan landbouw en openbare ruimte.
Voor deze uitgangspunten zijn 5 succesfactoren, de ruggengraat. Deze zijn als volgt:
1. Draagvlak en gedeelde waardes
2. Verdienmodellen
3. Stimulerende en coherente wet en regelgeving
4. Kennis, innovatie en educatie
5. Samenwerking op gebiedsniveau
De combinatie hiervan maakt het Deltaplan biodiversiteitsherstel.
Ombuigen naar het herstel, de drukpunten en bedreigingen drukken en positieve verbetering promoten. Voor het ombuigen is het van belang om te belonen van verbeteringen en deze te faciliteren. Om te meten zijn er zogenaamde, kpi’s (Key Performance Indicators) door meten is opstapeling van beloning en waarde ook waarneembaar en mogelijk. Deze kpi`s zijn op verschillende niveau`s, van nationale en provinciale hoogte, naar regio/landschap/gebied niveau naar het grondgebruikersniveau.
Zulke grote projecten zijn te groot om comfortabel alleen aan te pakken, vanuit daar wordt er samengewerkt met bestaande initiatieven en wordt uitgebouwd waar mogelijk. Vanuit daar zijn er dialogen met overheden, outreach met lezingen en wordt een platform voor debat en kennis opgebouwd. Er wordt een route gemaakt d.m.v doelen en SMART geformuleerde ambities. Tussen agrarisch gebied en natuurgebied liggen wederzijdse voordelen waardoor het des te belangrijker is dat deze twee sectoren samenwerken om te ontwikkelen en het meest efficient en duurzaam mogelijk functioneren.
Partijen die samenwerken met het deltaplan biodiversiteitsherstel houden zich ook bezig met o.a. gefaseerd maaibeheer, verduurzamen dijken d.m.v onderzoek naar complexe wortelsystemen en begroeiing, vergroenen infrastructuur, natuurinclusief beheer water en waterwegen en natuurinclusief bouwen en ontwikkelen. De belangrijkste term is klimaatadaptatie, om meer biodiversiteit achterlaten dan wat je aantreft.
De verdienmodellen van de agrariërs is cruciaal voor verandering. Op grond van kpi`s worden verschillende bedrijven gestimuleerd om ontwikkelingen door te voeren. Een voorbeeld daarvan is het bedenken van verdienmodellen voor koolstof opslag, factoren als stijgende grondprijzen en eisen van grondeigenaren maken het lastiger.