In het recente blog over Citizen Science op Landgoed Larenstein kwam ook een waarneming van een eitje van de sleedoornpage voorbij. Naar aanleiding van dit blog nam Pieter Baalbergen, docent Bos- en Natuurbeheer aan Helicon, contact op met LaarX. Hij is één van de mensen die op het landgoed regelmatig zoekt naar eitjes van sleedoornpages.
Sleedoorpage (Kars Veling, Vlinderstichting)
Er is een reden dat de sleedoornpage extra goed in de gaten wordt gehouden door natuurliefhebbers. Het is een zeldzame vlinder die in Nederland slechts op een beperkt aantal locaties voorkomt (zie de verspreidingskaart). Zoals de naam van de soort al doet vermoeden is de sleedoornpage afhankelijk van de aanwezigheid van sleedoorns voor zijn voortbestaan. Op deze plant zet hij namelijk zijn eitjes af (zeer incidenteel ook op zoete kers, pruim en Japanse sierkers). Deze eitjes zet hij af in de oksels van sleedoorntakken en -doorns. Hierbij maakt de soort ook nog eens uitsluitend gebruik van sleedoorns die staan op de overgang van zandige bodems naar kleiige of venige bodems. Om deze reden is de rand van de Veluwe dan ook één van de bastions van de soort in Nederland (zie ook weer het verspreidingskaartje). Buiten de ei-afzet brengt de sleedoornpage zijn leven als imago (volwassen vlinder) grotendeels hoog in de boomtoppen door. Hierdoor worden volwassen dieren slechts zelden gezien en ben je voor het vaststellen van de aanwezigheid van de soort in een gebied aangewezen op het zoeken naar de eitjes. Dit is tijdrovend en zeer uitdagend werk. Vergelijk het met paaseieren zoeken, maar dan met paaseitjes die grijs-wit van kleur zijn en niet meer dan een millimeter groot!
De verspreiding van de sleedoornpage in Nederland (Nederlandse Databank Flora en Fauna)
Bij het zoeken naar deze eitjes had Pieter Baalbergen opgemerkt dat één van de sleedoornstruwelen waar in het verleden eitjes van sleedoornpages zijn gevonden nagenoeg integraal was afgezet. Hierdoor was deze plek ongeschikt geraakt voor ei-afzet door sleedoornpages. Omdat sleedoornpages zowel verse uitlopers als oudere takken nodig hebben voor het afzetten van hun eitjes is het wel degelijk wenselijk dat er onderhoud wordt gepleegd aan de struiken: oude sleedoorns maken amper nieuwe uitlopers aan en zijn dus ook niet geschikt voor de vlinder. Faseren is bij dit onderhoud echter het toverwoord: als er per onderhoudsbeurt slechts een deel van het struweel wordt gesnoeid of afgezet, blijven er altijd voldoende struiken over waar de vlinder nog wel gebruik van kan maken. Als een struweel integraal wordt afgezet is er echter 2 à 3 jaar lang geen gelegenheid voor de vlinder om eitjes af te zetten op die locatie door het ontbreken van oudere takken. In het verleden is het vaker voorgekomen dat de sleedoorns op het landgoed zeer rigoureus werden gesnoeid of afgezet en mede hierdoor is de soort sinds de winter van 2010 – 2011 niet meer waargenomen op het landgoed.
Om deze reden is LaarX samen met Pieter Baalbergen begonnen met het schrijven van een beschermingsplan voor de sleedoornpage op het landgoed waarin aanbevelingen komen te staan met betrekking tot het onderhoud aan de sleedoornstruwelen en het inventariseren op de aanwezigheid van de sleedoornpage. De conceptversie van dit plan is voorgelegd aan Albert Vliegenthart van de Vlinderstichting om de tekst te controleren. Naast enkele waardevolle suggesties kregen we van hem ook het advies om contact op te nemen met Sicco Ens, de sleedoornpagedeskundige van de Vlinderstichting. Hij zou ter plaatse advies op maat kunnen geven over het onderhoud aan de sleedoornstruwelen en uitleg kunnen geven over het opsporen van de eitjes.
Sicco Ens (rechts) op zoek naar eitjes van de sleedoornpage (www.natuurverenigingzuidwolde.nl)
Zo geschiedde en op 8 maart kwam Sicco langs op het landgoed om de situatie ter plekke met het bestuur van LaarX te bekijken. Sicco bleek zelf in het verleden ook eitjes te hebben gezocht op het landgoed en met hem zijn we langs de plekken gelopen waar hij en Pieter in het verleden eitjes hebben gevonden. Eén struweel was in de tussentijd geheel verdwenen, een ander struweel was bijna integraal afgezet (de aanleiding voor Pieter om contact met ons op te nemen) en een derde struweel werd sterk beschaduwd door hoge populieren. Hierna vertrokken we naar het bekende sleedoornstruweel bij de kapel waar BNB-studenten les krijgen over doornstruiken. Zowel Sicco als Pieter bleken dit struweel niet te kennen en het was in het verleden dus ook niet onderzocht. Sicco vertelde ons hier over het onderhouden van sleedoornstruwelen en liet ons zien hoe je naar sleedoorneitjes zoekt zodat wij dat volgend jaar zelfstandig zouden kunnen doen. Tijdens dit ‘oefenen’ riep Roos Ahlers (onze Commissaris Studievereniging) ineens “Hee, is dit er niet één?”. Sicco kwam er bij, pakte zijn loep en tot zijn en onze stomme verbazing was het inderdaad een eitje van een sleedoornpage!
Het door Roos gevonden eitje (Bouke ten Cate)
De sleedoornpage is dus nog steeds aanwezig op ons landgoed en omdat dit struweel in de voorgaande jaren nooit goed is onderzocht, is het goed mogelijk dat hij ook nooit weg is geweest! In de dagen na deze ontdekking is er natuurlijk nog af en aan gezocht naar andere eitjes maar die zijn niet gevonden. De sleedoorns beginnen nu te bloeien waardoor het zoeken steeds moeilijker wordt. Ondertussen gaat LaarX natuurlijk verder met het opstellen van het beschermingsplan. Zodra dat af is zal daar bericht over volgen op Facebook. En we hopen natuurlijk dat dit beschermingsplan er toe gaat leiden dat we in de toekomst nog veel meer van deze bijzondere eitjes mogen vinden op het landgoed!